Met A. reed ik naar de stort om de restanten van een huishouden weg te brengen. Waar verhuisd wordt, vallen spaanders, hoewel die spaanders dan wel weer uit plastic, hout of ijzerwaren kunnen bestaan, dus wel in verschillende containers thuishoren.
Op zaterdagochtend komen daar tal van mannen (vooral mannen) hun afval brengen. Sommigen stonden boedelbakken tegelijk uit te laden. Behoedzaam reed ik achteruit, zodat we vanuit de achterbak spullen direct in de container konden werpen. Ruitenwissers uit, licht uit, achterbak open, spullen storten.
Met een roestige tuinstoel liep ik naar de container voor ijzer. Ik werp en het ding verdwijnt de diepte in. Het is een mooie, gelegaliseerde manier om eens echt met spullen te mogen gooien.
Maar behalve dat ook een fotografisch moment, zoals Cartier Bresson maakte in de beroemde foto Achter Gare St. Lazere. Een fractie, een tel, zweeft het object door de lucht. Eigenlijk moet ik eens een zaterdagochtend naar de stort om vliegende objecten vast te leggen.
(Of, om eens lekker te smijten met spullen, dat is misschien ook fijn).
Geef een reactie