Dan stap ik naar buiten, en is de venijnige sfeer van binnen verdwenen. Het schemert, ruikt naar regen en voor me waaien bladeren van bomen af. De symboliek kan niet meer voor het oprapen liggen. Ik steek over – geen auto’s, geen fietsers om overhoop te rijden. Dit zou wel eens een melancholische thuisreis kunnen worden. Moet dat nou, vraag ik me af.
Maar, bedenk ik me veertig meter verder, waarom ook niet. Er zijn plussen voor vanmiddag. Er is hoop, misschien wel perspectief. Hoe ijdel die hoop is, zal wel blijken. Misschien zou je het achteraf verlangen moeten noemen. Nu koester ik de hoop, nu is positief. Want, wat is er leuker dan de belofte van goed nieuws, dan verwachten?
De trein zit vol vermoeide mensen, die treurig naar niets kijken. Als lijdzame slachtoffers zitten ze op hun bankjes. Normaal word ik niet vrolijk van de aanblik, nu doet het me niets. Werkelijk, niets werkt beter dan te durven verwachten.
Geef een reactie