In de trein (61)

We vertrekken uit de hoofdstad. Het is tien voor half twee en vol in de zaterdagnachttrein.

De man naast me heeft een zuidelijk accent. Hij hangt aan de telefoon.

“Ik had daar helemaal geen bereik, nee, ik stap net in de trein en ik ontvang net pas twee smsjes van je, met ‘Waar ben je’ maar ik ben nu in de trein”. Hij herhaalt zijn uitleg een paar keer zonder details toe te voegen.

Een prelude op een ruzie? Of weet hij het vertrouwen te winnen?

Hij stapt op en loopt naar het balkon, om daar verder te praten. De afloop is ongewis.


Comments

3 reacties op “In de trein (61)”

  1. Och, in ieder geval had hij het fatsoen om zijn (al dan niet ruzie-) gesprek op het balkon voort te zetten. Genoeg mensen die dat net zo makkelijk in zo’n stiltehok gaan zitten doen.

  2. maarten avatar

    @Max: het was de nachttrein. Dan ben je al blij als mensen niet gaan overgeven in je coupe. (Ok, dat is wat overdreven). En als chroniqueur van alledaagsheden vind ik het niet erg, mee mogen luisteren.

  3. Rosalie avatar

    Ik vind dat niet overdreven, hoor. Al die keren (wohohoho, en dat waren er veel… ahem) dat ik in de nachttrein uit Amsterdam zat, zat er wel iemand te kotsen in m’n coupé.

    Verder is die man gewoon een zuiderling. Die gaat niet direct antwoord geven op vragen die men hem stelt en al helemaal niet via de telefoon en in een trein, daar houden wij zuiderlingen niet van…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *