We vertrekken uit de hoofdstad. Het is tien voor half twee en vol in de zaterdagnachttrein.
De man naast me heeft een zuidelijk accent. Hij hangt aan de telefoon.
“Ik had daar helemaal geen bereik, nee, ik stap net in de trein en ik ontvang net pas twee smsjes van je, met ‘Waar ben je’ maar ik ben nu in de trein”. Hij herhaalt zijn uitleg een paar keer zonder details toe te voegen.
Een prelude op een ruzie? Of weet hij het vertrouwen te winnen?
Hij stapt op en loopt naar het balkon, om daar verder te praten. De afloop is ongewis.
Geef een reactie