De trein is de kern van deze reis maar af en toe blijf ik ergens even. Karlsruhe zag er op de kaart leuk uit. Via Wikipedia leer ik dat rond 1715 de lokale heerser, Karl, ruzie had met de inwoners van zijn hoofdstad, en prompt een paleis 10 kilometer verderop bouwde, met een passer en een geodriehoek aan de hand. Daaromheen groeide later Karlsruhe.

Een ochtend loop ik rond door een koude stad. Voor tienen is het overal nog rustig. Het paleis is tegenwoordig een groot museum, dat alles wil tentoonstellen, van de kaak van Homo Heidelbergensis (in de buurt gevonden) tot aan de Game Boy.
Het tramnetwerk van Karlsruhe is lekker zwierig getekend.

De trein gaat naar het Zwarte Woud, maar eerst nog langs de Rijn. On parle français ici. Medereizigers gaan vermoedelijk naar Straatsburg en spreken frans onderling. Ergens luister iemand Arabisch gezang en ik overstem het met Kaputt van Destroyer op mijn koptelefoon.
De rit door het Zwarte Woud valt wat tegen. Het weer is te grijs, het landschap nog te veel in winterstand. Donaueschingen is een leuke rariteit met z’n claim de Donaubron te hebben. Ook hier blijkt de Donau niet blauw te zijn.
Er zijn wat flarden sneeuw in het Zwarte Woud (een vierkante meter) en in de tweede trein tref ik gelukkig een stopcontact voor mijn telefoon.
—-
Treinen: 9
Bussen: 1
Trams: 2
Geef een reactie